donderdag 25 maart 2010

De Dood De Das Om, zei de dominee.... (deel 2, slot))



PASEN!!!

(deel 2)

GEKRUISIGD, GESTORVEN EN BEGRAVEN
Maria boog zich voorover. Tranen stroomden over haar gezicht. Wat een verdriet was er in haar hart. Zij had met eigen ogen gezien hoe ruwe soldaten haar Meester aan een kruis spijkerden. En hoe 'godsdienstige' mensen èn heidenen Hem hadden bespot, terwijl Hij daar tussen hemel en aarde hing en verschrikkelijke pijnen leed.
Tenslotte was Hij een bittere dood gestorven. Hij werd begraven in een rotsgraf, dichtbij de plaats waar Hij ook gekruisigd was.


DE LAATSTE EER
Sindsdien zijn er drie nachten voorbijgegaan. Nu, op de eerste dag der week, vroeg in de morgen was ze naar het graf gegaan. Ze wou haar dode Meester nog éénmaal zien en zijn lichaam verzorgen, naar de gewoonte, met specerijen.
DIT KAN NIET.......NEE....EN TOCH......
Wat hield ze veel van Hem. Hij had haar, door de kracht van God, verlost van zeven demonen. Wat een bevrijding was dat geweest.Ze was van de hel in de hemel terecht gekomen. Haar leven was nieuw geworden. Opnieuw geboren, ja dat was ze! Ze wist het maar al te goed. Vrij was ze. Van al die kwellende geesten, machten en krachten die haar jarenlang hadden geteisterd. Vrij van onrust, depressiviteit, zelfmoordneigingen, angst en onzekerheid over haar toekomst. Er was een onuitsprekelijke vreugde, vrede en rust over en in haar aanwezig. Het was onverklaarbaar.
Ze kon nu bidden en ervoer dat God haar hoorde. Het was feest in haar ziel. De laatste sabbat had de priester het nog voorgelezen uit de Profeet Jesaja; daar stond, als de Messias zou komen, zou Hij 'mensen verlossen van een kwijnende geest en daarvoor in de plaats een overvloedige vreugde schenken'. Nou, maar dat had ze ervaren, dit was de Messias, vast en zeker.
Dat dit haar zelf zou overkomen daar had ze niet bij stil gestaan. Ook haar schuldgevoelens tegenover Gods rechtvaardigheid waren verdwenen. Jezus had immers gezegd dat 'wie in Hem zou geloven vergeving van zonden zou ontvangen'. Het was om te juichen. Haar geweten was rein. Ze begreep nog niet hoe dat mogelijk was, maar het was wel zo. Eén ding begreep ze drommels goed: ze had het aan Jezus te danken. O....en nu hield ze van Hem met haar hele hart en ziel. Ze geloofde in Hem. Zelfs dat Hij de Zoon van God was, zoals Hij zelf zei, geloofde ze.
En dat Hij àlle macht had in hemel en op aarde. Dat had ze trouwens ervaren. Hij had het over eeuwig leven gehad. Als je in Hem zou geloven dan zou je eeuwig leven, zei Hij. Ze wist in haar hart dat dit waar was, vast en zeker!
Maar nu was Hij dood; ze begreep er niets van. Dat kon toch niet!
 
HET GRAF WAS LEEG!!!
Met ogen vol tranen boog ze zich voorover om in het graf te kijken. Daar moest de Meester liggen. Maar....tot haar grote ontsteltenis zag ze dat het graf leeg was. Wel zag ze twee lichtende gedaanten zitten. Dat het engelen zouden kunnen zijn kwam niet eens meer in haar op, zo overmand door verdriet was ze. Nu was haar Verlosser dood en ook nog eens zijn dode lichaam verdwenen. Ze wist niet meer hoe ze het had. Heel haar wereld stortte in elkaar. Ze huilde hartstochtelijk. De engelen vroegen: 'Vrouw, waarom huil je?' Maria zei, tussen haar snikken door:
'Omdat ze mijn Heer hebben weggenomen en ik weet niet waar ze Hem hebben neergelegd.'
DE VERRASSING
Ze draaide zich vertwijfeld om en liep de graftuin in, al huilende. Ze werd staande gehouden door een man die ook vroeg: 'Vrouw, waarom huil je? Wie zoek je?' Omdat ze dacht dat het de tuinman was dacht ze: hij zal het misschien weten. Ze zei dan ook: 'Heer, als u het lichaam van mijn Heer hebt weggenomen, zeg mij dan waar u Hem hebt neergelegd, dan kan ik Hem wegnemen.' De 'tuinman' gaf niet direct antwoord maar keek haar lang en onderzoekend aan. Ze wist niet wat ze daar van denken moest . Het bracht haar nog meer in verwarring. Tenslotte zei de 'tuinman' alleen maar: 'MARIA'.
Er ging een schok door haar heen. Die stem en die liefde waarmee haar naam werd uitgesproken. Dat kon toch niet? Het duizelde haar. Hij was toch dood? GEKRUISIGD!!! Voor haar eigen ogen! En nu.....deze stem....dat was zijn stem...die liefde....dat was zijn liefde. HIJ WAS HET!!! Hij was dus NIET dood. Hij leefde!!!
"MEESTER!!!!!!!!"
Het ging als een bliksemflits door haar heen: Het is JEZUS, de Meester. Er was geen twijfel mogelijk. "Meester," kreet ze en nog eens: "Meester"!!!
NIEUW, VOOR EENS EN ALTIJD
Hij was het. Hij keek haar liefdevol aan. Met het licht van het Eeuwige Leven in zijn ogen. Hij glimlachte. Wat was ook Hij gelukkig. Wat deed het zijn hart goed om dit mensenkind zo te verrassen, zo blij te zien worden.
Een mensenleven wat zo'n puinhoop was geweest nieuw te zien worden. Geweest ja! Want Hij was begonnen haar nieuw te maken. Hij zou het werk ook afmaken. Daarom was Hij zo blij. Omdat deze vrouw haar verdere leven aan zou kunnen. Hij wist dat ze gelukkig zou zijn voor tijd en eeuwigheid. Dat te weten was zijn spijze. Dat was de wil van zijn hemelse Vader. Daartoe had Deze Hem in de wereld gezonden. Nu wist Hij dat al zijn strijd en lijden niet voor niets was geweest. Hij plukte nu de vruchten. En ze waren zoet. Hij zag het resultaat van zijn lijden in dit nieuwe mensenkind. Dat maakte alles goed.
Blij is ze heengegaan. Met de Glorie van het eeuwige leven in haar ziel. En ze is het de anderen gaan vertellen. Zij heeft het uitgeroepen:
"DE MEESTER IS OPGESTAAN, HIJ IS WAARLIJK OPGESTAAN!!!.
Cornelis

Geen opmerkingen:

Een reactie posten